dinsdag 12 juli 2011

10 km

Het startschot hadden we bijna gemist. Het kwam aangewaaid vanuit de verte. De echo zweefde over het rumoer van de opgehitste deelnemers. Lopers met iPods, druivesuiker, flesjesriemen, fancy hartslagmeters en aangepast schoeisel, eenzame lopers en lopers voor het goede doel, lopers in vrijetijdskledij of in professionele outfits; er kwam beweging in de golvende meute.
Enkele uren voordien hadden we bij onze inschrijving gadgets, krachtvoer en een rugnummer – dat ironisch genoeg door iedereen op de buik werd geveiligheidsspeld – met elektronische chip gekregen. In de welkome schaduw van een boom, bespraken we pseudo-ontspannen het parcours: hier waterbevoorrading, hier veel publiek en daar vals plat. Dat kriebelend zenuwachtige buikgevoel kwam opzetten. Nog een sanitaire stop en we waren er klaar voor.
Onszelf lichtjes onderschattend, stonden we met duizenden lopers tussen de startlijn en onszelf, de veters voor een laatste keer aan te spannen. We waren niet echt voorbereid, maar het gejoel van het publiek en de strategisch opgestelde wuivende vrienden en familie waren een ideaal pepmiddel. Al lopend drinken is één groot misverstand. Voorts weet ik niet of de druivesuiker of het kapelletje halverwege, ons over de 800 meter bergop (tarara, dat was géén “vals plat”) heeft geholpen. Inhalen is moeilijk in de binnenbocht. Toch zijn we er veel gepasseerd: ook joggers in professioneel ornaat, waarvan de hartslagmeter een alarmerend gepiep verspreidde. 
Des te dichter de meet, des te talrijker het rijen dik publiek en de sfeer. Om de bocht de laatste kilometer. "Hier alles geven wat je nog in je hebt", staat in de brochure. Even testen en toch in minder dan een uur gefinisht. Ons doel voorbij. De medaille blinkt.

1 opmerking: